Trimmen (trimbeurt) is een verzamelnaam voor:
Het wassen en drogen, het borstelen, ontwollen, knippen/effileren, scheren of plukken van de vacht. Om de vacht vervolgens in gewenst model te brengen
Welke behandeling de hond krijgt is afhankelijk van het ras/haartype.
Ontwollen doen we bij honden met een stokhaarvacht. Deze vachten ruien normaliter tweemaal per jaar. Het komt ook voor, als de buitentemperatuur te warm of te koud voor de tijd van het jaar is of als de hond in de winter in een warme omgeving leeft, dat er dan een extra rui ontstaat.
Honden met een stokhaarvacht zijn o.a.: Labrador, Herders en Berner Sennen
Knippen en effileren is de vacht inkorten d.m.v. de schaar. Dit doen we bij krulvachten, maar ook bij honden met een langharige vacht met veel onderwol. Knippen wordt gedaan met een rechte schaar en effileren wordt gedaan met een effileerschaar. Met een effileerschaar kan ook de vacht uitgedund en natuurlijk gemodelleerd worden.
Plukken, doen we bij ruwharige honden, waarbij het haar handmatig verwijderd moet worden. De ruwharig vacht kan handmatig geplukt worden wanneer deze plukrijp is.
Honden met een ruwharige vacht zijn oa.: Cairn Terriërs, ruwharige Teckels en ruwharige Jack Russels.
Scheren doen we bij honden met een krul- en langharige vachten met veel onderwol. Een hele enkele keer wijken we hiervan af. Dan wordt ook een hond met een andere vacht dan bovenstaand geschoren. Dit is alleen wanneer dit om medische redenen of überhaupt beter is voor de hond.
Het enige verschil met het scheren ten opzichte van het knippen is dat je bij scheren aan een maximale lengte vastzit. Niet alle honden kunnen geschoren worden, dit ligt geheel aan de vacht van de hond. Honden met een stokhaar vacht worden niet geschoren omdat dit de vacht ernstig kan beschadigen.
Honden met een krul of langharige vacht met veel onderwol zijn oa.: Poedel, Yorkshire Terrier, Boomer en Shih Tzu.